Vraag 11

Antwoord:

Door: Borgonjen | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 15:05 uur

@ Huub en Karin:
Ik zou voor het bepalen en vergelijken van Δf / Δn2 ook 0 of hooguit 1 punt geven.
Zeker op deze korte afstanden van 2 metingen geeft dat helemaal geen uitsluitsel, kijk bijv ook eens naar figuur 5 en bepaal daar Δf / Δn2 : niet constant, terwijl f/n2 dat binnen redelijke grenzen wel is.
Het verbaast mij overigens, dat voor het controleren in het cv de punten 1 en 4 vergeleken mogen worden: doe dat in figuur 5 en het kwadratisch verband wordt ook niet gevonden! 

Door: Martijn van Aken | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 16:53 uur (Bewerkt op: 29-05-2021 16:55)

Huh, haal je nu niet de metingen VOOR en NA coordinatentransformatie door elkaar? Het gaat hier om de metingen VOOR... dus de n² (als dan niet met delta) is toch helemaal niet van toeapassing?

Door: Hans Kramer | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 18:41 uur (Bewerkt op: 29-05-2021 18:41)

y = a·x dus a = y/x uitrekenen en laten zien dat daar niet altijd hetzelfde uitkomt lijkt mij de snelste methode en het beste antwoord op de vraag. Het is helemaal niet nodig om de verhoudingen te vergelijken (zie ook @Jean-Pierre de Bont).

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 19:56 uur

Volledig antwoord van leerling:

19 Hz3·11=70 Hz < 3,8·102Hz

Kort en krachtig. Zo zie ik het graag.

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 20:03 uur

Leerling neemt twee meetpunten en stelt vergelijking van de lijn door die twee punten op, merkt op dat asafsnede ≠ 0 is, dus lijn gaat niet door oorsprong: geen recht evenredig verband.

Ook een prima aanpak.

Door: Bernd van den Oetelaar | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 22:24 uur

Hier een leerling die meent dat een rechtevenredig verband zou moeten voldoen aan f = n^x, waarbij x dan constant zou moeten zijn.

Hij mist natuurlijk volledig de eerste deelscore.

 

Maar hij gaat hierna wel voor drie meetwaarden de factor x bepalen, doet dit zonder fouten en trekt een goede conclusie.

Omdat één fout maar één keer aangerekend mag worden, vind ik dat de tweede en derde deelscore wel gescoord zijn hier. Jullie ook?

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 22:29 uur

Is wat voor te zeggen...

Door: Vermeulen | Datum: Zondag 30 mei 2021, 16:24 uur (Bewerkt op: 30-05-2021 16:25)

Een leerling heeft van zijn docent geleerd dat het wel handig is de hele vraag door te lezen.

Bepaalt vervolgens f/n² en constateert dat dat evenredig is...........Hoe scoor je dat nu weer (voor de leerling).

Ik dacht p1 en p2 wel, maar p3 dus niet (foute berekening). Mee eens ?

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zondag 30 mei 2021, 16:59 uur

@Vermeulen: regel 3.3. Antwoord is natuurkundig correct, dus volle punten. Slim van die leerling!

Door: Martijn van Aken | Datum: Zondag 30 mei 2021, 21:26 uur

@garmt, ligt een beetje aan het preciese antwoord. Nu klopt het wel dat als je bewijst dat f-n² recht evenredig is, f-n automatisch NIET recht evenredig kan zijn. Dus bewijzen dat f-n² recht evenredig is en dan NIETS zeggen is in principe genoeg voor alle punten (omdat wordt gevraagd aantonen DAT en niet aantonen OF). Als de leerling nog wel een (foutieve) waarde hecht aan zijn bewijs inderdaad laatste bolletje weg.