Vraag 01

Antwoord:

Door: Martijn van Aken | Datum: Vrijdag 20 mei 2022, 22:50 uur (Bewerkt op: 20-05-2022 22:58)

Als de verplaatsing is bepaald van beide lijnen (dus - begin waarde op y-as) dan is het volgens mij inderdaad goed.
Beetje in de lijn van het examen HAVO met die raaklijn aan het begin van de vervalkromme... STEL dat de vx en de vy vanaf t = 0 gelijk blijven.

Door: Ruben Koster | Datum: Zaterdag 21 mei 2022, 11:27 uur

Verplaatsing bepalen en daarna snelheid kan volgens mij prima. Ik heb ook nog een leerling die met vy en vx en de tangens de hoek uitrekent en daarmee met de sinus de totale snelheid. Lijkt mij ook correct.

Door: Vermeulen | Datum: Zaterdag 21 mei 2022, 12:30 uur (Bewerkt op: 21-05-2022 13:46)

Een leerling bepaald Vx op de juiste wijze, maar neemt voor Vy de gemiddelde snelheid (Yeind-Ybegin / t). Een andere leerling bepaald Vx correct, maar Vy helemaal niet.

Voor één van beide grafieken is het voor p1 benodigde inzicht aangetoond. Dat het voor Vy een raaklijn moet zijn niet, maar ja, er staat (de raaklijn aan)  tussen haakjes.

Is Vy bepaald met raaklijn noodzakelijk voor p1 ?

Door: Vermeulen | Datum: Zaterdag 21 mei 2022, 13:02 uur (Bewerkt op: 21-05-2022 13:46)

@Monsees over Evoor = Ena

Ik snap niet watje met "na" bedoeld, is dat TOP, want anders klopt het niet. Er geld Ek-voor = Ez-top + Ek-top  waarbij Ek-top alleen bestaat uit ½m.Vx², die je dan uit de grafiek kunt bepalen (Gebruik van de figuren wordt in de vraag verplicht gesteld,). Dat lijkt trouwens wel nauwkeuriger dan de CV-methodes.

 

Door: Erik van Beek | Datum: Zaterdag 21 mei 2022, 15:56 uur (Bewerkt op: 21-05-2022 16:45)

Ik las net het verslag van de landelijke examenbespreking en zag daar staan dat wanneer een te kleine driehoek gebruikt wordt, het antwoord niet in twee significante cijfers gegeven worden, maar in één significante cijfer (zie verslag examenbespreking). Ik had dit zelf nog niet opgemerkt en zag hem hier ook nog niet voorbij komen, maar gezien dit waarschijnlijk vragen oproept hoe klein de driehoek dan mag worden.

(1) Elke bepaling waarbij dx of dy kleiner is dan 1,0 moet beantwoord worden in één significant cijfer. (2) Elke bepaling waarbij dx of dy een waarde oplevert die groter of gelijk is aan 1,0 moet beantwoord worden in twee significante cijfers.

Voor zover ik het correct heb heeft dit alles namelijk te maken met de y-as die een minimaal af te lezen is in stapjes van 0,05 m. Als je dx of dy dan berekent moet je dus niet van 2 decimale cijfers, maar van 1 decimaal cijfer uitgaan (ook al schrijf je er twee op). Hierdoor is dx of dy altijd in één decimaal cijfer. Bij te kleine driehoeken (dx of dy kleiner dan afgerond 1,0) kan dit resulteren in een eindantwoord van één significant cijfer. Zie ook de uitwerking bij twee kleine driehoeken via deze link.

Mocht ik het toch bij het verkeerde eind hebben hoor ik dat natuurlijk ook graag. Ik hoop namelijk niet dat mijn hulp voor verwarring zorgt ;)

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 21 mei 2022, 17:31 uur

@Vermeulen Is Vy bepaald met raaklijn noodzakelijk voor p1 ?

Als vx wel goed gedaan is, heb je bol 1, zie opmerking verslag.

 

Door: Paul Stoop | Datum: Zondag 22 mei 2022, 02:49 uur

@Van Beek: Volgens mij kan je dit niet met een berekening o.b.v. vwo-foutenrekening hard maken. Want 1,05-0,35 = 0,70 (2 decimalen), evenals 2,80 - 1,80 = 1,00. De algemene regel is dat je de raaklijn zo lang mogelijk tekent en dan aan de uiteinden de Dy en Dx opmeet. Op die manier krijg je geen uitvergroting van afleesfouten. Als je dan toch een kleine driehoek tekent, ben je dus onnodig slordig (en kan je minder significantie hard maken).

Door: Erik van Beek | Datum: Zondag 22 mei 2022, 10:45 uur (Bewerkt op: 22-05-2022 10:47)

@Stoop: natuurlijk ben ik het met je eens dat de regel is een zo groot mogelijke raaklijn te tekenen. Ik probeer alleen uit te leggen wat onder een té kleine driehoek valt: dus waar de grens ligt wanneer je 1 significant cijfer moet antwoorden en wanneer je 2 significante cijfers moet antwoorden. Zie hij hier onvolkomenheden in? Dan hoor ik het graag namelijk (leer je zelf ook nog eens wat).

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zondag 22 mei 2022, 11:21 uur

@Erik Jij schrijft 1,05 – 0,35 = 0,7. Dat zou volgens de regel voor optellen en aftrekken 0,70 moeten zijn, zodat je eindantwoord alsnog gewoon in twee s.c. staat.

Ik zie ook niet snel een driehoekje waarbij je echt op 1 s.c. uitkomt, je moet het dan wel heel bont maken...

Door: Erik van Beek | Datum: Zondag 22 mei 2022, 14:02 uur (Bewerkt op: 22-05-2022 14:04)

@Garmt  de stapsgrootte is in 0,05 wat neerkomt dat het 2e decimale cijfer niet meetelt. Met je geodriehoek kan je immers nooit 0,04 aflezen bijvoorbeeld.