Vraag 14

Vraag 14

Door: Ad Mooldijk | Datum: Zondag 24 april 2022, 22:07 uur

Plaats hier uw vragen, opmerkingen of overdenkingen.

Antwoord:

Door: Wouter den Boer | Datum: Maandag 16 mei 2022, 20:28 uur

HUh??? Weer zonde van die koppeling van bolletje vier aan 3, 2 en 1. Dus een fout in 3,2 en 1 kost automatisch bolletje 4.

En dan ook nog hhhhuuuuuhhhh??? over het Indien-antwoord. Hoe dan? Ik begrijp het werkelijk waar niet. Dus bolletje 1 vernaggelt, dan niet bolletje 4??? Wat als een soortgelijke fout gemaakt is bij bolletje 2???? Kan net zo goed, gewoon een CH3-groep eraan. Waarom dan niet 3?

Deze vraag is dermate vol van stappen en punten, dat het superraar is om dat vierde punt te koppelen aan de rest. Vond die water vinden trouwens best wel erg ingewikkeld, maar leuk. Maar naar mijn gevoel kansloos als ze ook maar ergens een foutje maken. Ieder foutje is minimaal twee punten.

 

Door: Wilke | Datum: Dinsdag 17 mei 2022, 13:52 uur

Een verkeerde structuurformule van een van de organische verbindingen die wel de juiste molecuulformule heeft kan m.i. wel leiden to bol 4.

In bol 4 wordt immers juiste formules verlangd en niet structuurformules.

Door: Acampo | Datum: Dinsdag 17 mei 2022, 17:24 uur

Indien na de pijl 2H+ ipv Hkost dit dus 2p (bol 3 en 4). Dat vind ik wel erg veel. Wat vinden jullie?

Door: Wouter den Boer | Datum: Dinsdag 17 mei 2022, 20:45 uur (Bewerkt op: 17-05-2022 20:49)

@Acampo: Toch wel logisch, want dan is ook de ladingbalans fout. Dus en de verkeerde stof en de ladingbalans fout...

@Wilke: Ik vind hem geniaal gevonden en ga hem ook gebruiken, denk ik...maar ik vermoed dat de kringbespeking tegen gaat zijn.

Door: Quinten Knijnenburg | Datum: Woensdag 18 mei 2022, 08:22 uur

In de syllabus was dit jaar toch een nieuwe voetnoot bij B1.16 over naamgeving aangebracht; deze luidt (op pagina 16): '4 De naamgeving van koolstofverbindingen met 2 soorten functionele groepen is beperkt tot halogeenalkenen, hydroxyalkaanzuren en aminozuren en is met name bedoeld om in de context van additiepolymeren en condensatiepolymeren (subdomein D3.1) te toetsen. De vaardigheid van de naamgeving hiervan is vergelijkbaar met het benoemen van bijvoorbeeld vertakte alkaanzuren en alkenen en betreft geen uitbreiding. In alle andere gevallen gaat het om 1 soort functionele groep.'

Hoe is dit dan verenigbaar met bol 2? Niet is mijn conclusie. Of zie ik iets over het hoofd?

Door: de Kruif | Datum: Woensdag 18 mei 2022, 08:32 uur

@Quinten Vandaar waarschijnlijk dat extra zinnetje uitleg (pro-2-enal is een aldehyde met molecuulformule...)

Door: Wouter den Boer | Datum: Woensdag 18 mei 2022, 10:47 uur

Nog iets...natuurlijk moeten we de H van de aldehyde-groep specifiek weergeven, dus niet met een streepje alleen. Dat foutje kost in deze vraag 3 punten....

Eerste bolletje, tweede bolletje en vierde bolletje.

Ikzelf kan nog wel leven met eerste en tweede, maar dan gaat hij er niet af bij de vierde...

Deze vraag zorgt er op deze manier dan wel weer voor dat de N-term niet tever zakt, volgens mij. ;)

Door: Inge Roos | Datum: Woensdag 18 mei 2022, 11:12 uur

@Wouter: Is dat zo? Ik zie in de syllabus niet staan dat die H moet worden wergegeven. In de voorbeelden van wat goed is, staat dat inderdaad zo, maar in die voorbeelden zijn verder ook alle H-atomen aan het koolstofskelet getekend. Of gaat het om dat grijs gearceerde gebiedje wat precies zo getekend moet worden, ongeacht hoe de rest van eht molecuul er uit ziet? In dat geval moet ik het mezelf aanrekenen, want dat heb ik mijn leerlingen nooit zo expliciet uitgelegd...

Door: Mariƫtte van Eck | Datum: Woensdag 18 mei 2022, 17:56 uur

@Wouter, deze regel is mij ook onbekend. Ik vind hem ook niet duidelijk terug in de syllabus...

In principe mogen volgens mij alle Hs aan een C met een streepje worden weergegeven.

Door: Bert Keegstra | Datum: Woensdag 18 mei 2022, 19:22 uur

Wouter heeft helaas gelijk: zie Syllabus bijlage 2, blz 41 en 42