Vraag 02

Antwoord:

Door: Vermeulen | Datum: Vrijdag 19 mei 2023, 13:04 uur (Bewerkt op: 19-05-2023 13:20)

In de grote massa nóg een visie over de "energiemethode".
Als je stelt dat de arbeid die de zwaartekracht verricht wordt omgezet in veerenergie (per ski),
Dan geld: ½cu² = F.s.
Je zet echter langzaam je gewicht op de ski, bij s = 0 is F nog 0, en pas bij s =  max is de Fv gelijk aan Fg.(/2)
Je moet (bij lineaire veer: mag) dus werken met Fgemiddeld, en die is ½Fg = ½.9,81*(80/2).
Dan krijg je: ½cu² = ½(Fz/2).u ofwel: u = (½Fz/2)/(½c) = 196,2 / 50000 = 3,93 mm
De energiemethode is dus fysisch geheel correct (3.3) en de enige fout die gemaakt word is dat er met Fz gerekend wordt i.p.v. Fgem = Fz/2.
Alternatieve score:
- inzicht dat gewicht over twee ski's verdeeld wordt
- gebruik Ev = ½cu² en W=F.u
- vergelijken.........etc.
- completeren
Check ????

 

NB. Methode die verandering van Ez gebruikt kan eigenlijk niet, want er is niet gezegd en ook niet waarschijnlijk dat de langlaufer 3 mm zakt.
Het is veel waarschijnlijker dat zijn 80 kg ongeveer op gelijke hoogte blijven, en dat alleen zijn been/knie het hoogteverschil realiseert.

Door: Christiaan Vriend | Datum: Vrijdag 19 mei 2023, 16:51 uur

@Vermeulen,

m.i. is rekenen met energie: Eveer=W met W = Fgem*s, met Fgem = 1/2 Fz inderdaad fysisch correct. Da's regel 3.3.

Maar, als een leerling alleen Ev=Ez gebruikt en dan na enkele invullingen vastloopt of een factor-2 verkeerde uitkomst heeft, dan is er alleen maar gehengeld naar punten. De NVON notulen geven daarvoor max het 1e en 4e bolletje. Ik zou dat houvast gebruiken.

Alle varianten daartussenin zijn maatwerk :)
 

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Vrijdag 19 mei 2023, 17:20 uur

@Rick: ook hier wordt weer de kinetische energie genegeerd, dit gaat dus niet goed. Bol 1 is er, en bol 4 kan ook nog prima (die kan bijna altijd, ongeacht fouten in de aanpak van de berekening). Bollen 2 en 3 zou ik hier dus niet geven.

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Vrijdag 19 mei 2023, 17:24 uur

@Vermeulen: eigenlijk ben je hier de relatie Ev = 1/2 Cu2 opnieuw aan het afleiden :)

Eigenlijk is mijn ervaring: leerlingen die een verhaal als dat van jou zouden snappen (laat staan zelf opschrijven) zijn slim genoeg om dat niet te doen en meteen via krachten te werken. Ik ben het dus eens met @Christiaan: gevalletje probeer maar wat, en hopen op puntjes.

Door: Gilbert Carmelia | Datum: Zondag 21 mei 2023, 19:40 uur

Leerling rekent een uitrekking uit van 3,924 mm uit. Vervolgens worden de conclusies juist geformuleerd. Verlies deze leerling bolletje door de toegespaste afronding? 

Dezelfde vraag als een leerling een kracht (van de sporter) uitrekent die 784,8/2 N groot is en deze op correcte wijze vergelijkt met 300 N?

Door: Jacco Dankers | Datum: Maandag 22 mei 2023, 08:44 uur

@Gilbert 

Significantie is bij deze vraag niet aan de orde, dus u = 3,924 mm is goed. Geen reden om een punt af te trekken. 

Volgens het laatste bolletje mag een leerling ook de veerkracht en het gewicht vergelijken, dus ook het tweede antwoord is goed. En berekenen van de minimaal benodigde C of de maximale massa en dan vergelijken met de gegeven waarde kan ook. Zie ook het verslag van de landelijke vergadering. 

Door: Martijn van Aken | Datum: Woensdag 31 mei 2023, 13:24 uur

Superlate reactie omdat geen van mijn leerlingen tot een juiste uitwerking van het energieverhaal komen, maar nu bij een tweede correctie: er komt een u van 4,85 mm uit. Om het verschil in Ez te compenseren is dus een beginhoogte van 4,85 mm nodig... de hoogte is maar 3 mm dus de veer is nog niet klaar met 'tegenwerken' als je de grond al raakt. Je raakt dus de grond (met nog - niet nodig om uit te rekenen - snelheid dus Ek), Dus niet geschikt.

Nee, de leerling legt het natuurlijk nooit zo duidelijk uit, maar op 4,85 mm uitkomen en dat vergelijken met 3,0 mm kan volgens mij zeker 3 en bij een beetje logische (juiste: niet geschikt) zelfs alle punten.

 

Door: Faas | Datum: Woensdag 31 mei 2023, 22:48 uur

nog een vraag over hoe expliciet je moet vergelijken: lln rekenen keurig die 3,9 mm uit en vertellen dan: dus ski is niet geschikt. Mijns inziens verdien je dan de 4e bol. 2e corrector zegt: nee, lln moeten opschrijven 3,9>3,0 dus niet geschikt. Volgens mij valt dat in de categorie spijkers op laag water zoeken, de leerling kan niet anders dan die 3,9 vergeleken hebben met 3,0 om deze conclusie getrokken te hebben. Of zie ik dan iets over het hoofd?

Door: Hermine Dees-Ribbers | Datum: Zondag 4 juni 2023, 15:45 uur

Zelfde vraag als mijn voorganger Faas.... uitrekenen 3,9 mm en dan 'dus de ski's zijn niet geschikt' is wat mij betreft bol 4 ook. Want zonder vergelijking kan men niet tot die conclusie komen.