Antwoord: |
||
---|---|---|
Door: Toussaint
|
Datum:
Donderdag
18
mei
2023,
13:39 uur
(Bewerkt op: 18-05-2023 13:40)
@Bart, qua vereenvoudiging ben ik het niet helemaal met je eens. De leerling leest een punt af en bepaalt daarmee de snelheid. Dat zou ie ook gedaan hebben als de eenheid op de horizontale as wel goed was gekozen. Fysisch wordt v = f * labda uitgerekend... De rico heeft ie dan inderdaad niet bepaald, daarvoor wordt bol 3 niet toegekend. |
||
Door: Igor van Elsen
|
Datum:
Vrijdag
19
mei
2023,
09:25 uur
(Bewerkt op: 19-05-2023 09:25)
Met de NVON notulen in de hand wilde ik toch wat riuggenspraak zoeken over vraag 20 om te controleren of ik de notulen goed begrijp (ik kon namelijk helaas dit keer niet bij de bespreking zijn). Het gaat om de situatie waarbij leerlingen op de horizontale as λ invullen. Situatie 1: Een leerling die dan de r.c. uitrekent en op de getallen komt zoals deze in het CV staan krijgt volgens de notulen dan maximaal 1 punt voor het tekenen van de juiste lijnen? Situatie 2: Een leerling die in dat geval niet de r.c. uitrekent, maar van een punt op de lijn λ en f vermenigvuldigt krijgt 2 punten? Omdat deze leerling correct v = λ x f gebruikt, dus het 4e bolletje ook krijgt (fysisch correct op basis doorwerkend op een fout in bolletje 1)? Heb ik zo juist begrepen? Groetjes, Igor |
||
Door: Garmt de Vries-Uiterweerd
|
Datum:
Vrijdag
19
mei
2023,
09:41 uur
@Igor: klopt. |
||
Door: Martijn Stobbelaar
|
Datum:
Vrijdag
19
mei
2023,
10:43 uur
In de lessen hebben we een aantal keer coördinaat transformaties gedaan, zodat de grafiek een rechte lijn wordt en je de richtingscoëfficient kunt bepalen voor een waarde. Leerlingen die het niet lukt de x as goed te benoemen kunnen wel dit inzicht hebben. Is dat genoeg voor bolletje 3? Bij bolletje 3 staat niet waarop het inzicht moet zijn gebasseerd, slechts dat het er moet zijn. |
||
Door: Hans Kramer
|
Datum:
Vrijdag
19
mei
2023,
16:17 uur
@Igor, @Garmt: Voor de volledigheid, bij situatie 2 van Igor moet de leerling voor het vierde bolletje dan snelheden vinden van 1,0*10^3 m/s en 1,1*10^3 m/s? |
||
Door: Garmt de Vries-Uiterweerd
|
Datum:
Vrijdag
19
mei
2023,
17:35 uur
@Hans: dat hangt er toch van af welk punt op de lijn hij afleest? Probleem is dat er een schaal op de horizontale as staat die in m–1 is, terwijl de leerling het ziet als m (want λ). Dichter bij de oorsprong aflezen geeft daardoor een veel lager eindantwoord dan aflezen op het andere eind van de lijn. |
||
Door: Hans Kramer
|
Datum:
Vrijdag
19
mei
2023,
19:36 uur
(Bewerkt op: 19-05-2023 19:37)
@Garmt: Ja natuurlijk, stom. Ik ging er vanuit dat ze dezelfde uiterste waardes aflezen als bij het antwoordmodel. |
||
Door: Harry van Loon
|
Datum:
Zaterdag
20
mei
2023,
09:17 uur
In het antwoordmodel worden geen marges gegeven. Kan ik er dan van uit gaan, dat er wel ruimte is om antwoorden te krijgen, die buiten de gegeven waarden liggen? |
||
Door: van Dijk
|
Datum:
Zaterdag
20
mei
2023,
12:36 uur
(Bewerkt op: 20-05-2023 12:38)
Vraag: ik heb een leerling die op de x-as gewoon λ zet en geen rc. bepaalt. Dus mist bollen 1 en 3. Bol 2 wel goed gedaan. En dan worden er van elke lijn een (willekeurig) punt gepakt om met v = λ x f de snelheid te berekenen. Dan kun je op twee zeer verschillende waardes uitkomen (bv. 8,3·102 m/s en 1,8·102 m/s). Vraag: mag dan de 4e bol toegekend worden ? |
||
Door: Felina Brethouwer
|
Datum:
Zaterdag
20
mei
2023,
13:38 uur
Ik ben het met Martijn eens, ik snap ook niet zo goed waarom bol 3 niet mag, als een leerling λ bij de x-as zet maar wel de helling van de lijnen bepaalt en op het juiste antwoord uitkomt. Er is toch inzicht getoont in het bepalen van de helling? Er staat in het derde bolletje niet dat dit inzicht consequent moet zijn. |