Vraag 14

Antwoord:

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Woensdag 22 mei 2024, 18:56 uur

@Toussaint

"inzicht dat warmteontwikkeling gerelateeerd is aan weerstand"

Maar hoe is die relatie dan? Kijk je naar verschillende weerstanden die je één voor één aan dezelfde bron hangt, dan geeft een kleinere weerstand een grotere warmteontwikkeling. Kijk je naar twee weerstanden die in serie op een bron zijn aangesloten, dan heeft juist de grootste weerstand de grootste warmteontwikkeling. Subtiel onderscheid dat een leerling niet zal maken. Zo'n scorepunt lijkt me dan ook gevaarlijk.

Door: Hermine Dees-Ribbers | Datum: Donderdag 23 mei 2024, 13:40 uur

Als men bol 1 én bol 2 mist, maar een conclusie geeft die wel consequent is met het eigen verhaal, kan bol 3 dan gegeven worden?

"Voor een groot vermogen moet de weerstand zo klein mogelijk zijn (fout), dus R spoel moet groter zijn aangezien Ri het grootste vermogen heeft (consequent)".

En vanuit het idee kleine R levert grote I klopt het in ándere situaties wél....

Door: Toussaint | Datum: Donderdag 23 mei 2024, 14:34 uur

@Rick/Garmt

kunnen we nog een scherpere formulering voor punten opstellen? Ik heb zo'n 8 van de 44 leerlingen die hun antwoord ophangen aan de warmteontwikkeling... 

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Donderdag 23 mei 2024, 16:59 uur

Vaak komt het idee dat meer warmteontwikkeling = minder weerstand (of andersom) uit intuïties over één weerstand aan één spanningsbron: hoe verandert het vermogen als de weerstand verandert? Maar dat staat er dan niet, dus ik weet niet hoe je hier nog punten voor zou kunnen geven. Hooguit via bol 1 van methode 2.

Door: Rick Vooys | Datum: Vrijdag 24 mei 2024, 16:08 uur

@Garmt/Toussaint

Dit is mijn enige leerling. Ik ben tevreden met alles tussen 0 en 3 hier, ik neig naar 1 puntje voor het leggen van die link, want heel slecht is het niet, maar ook niet zuiver.  Misschien aardige tweede corrector die er meer in ziet. 

Door: Ruben Koster | Datum: Dinsdag 28 mei 2024, 15:20 uur

Even over de aanvulling. Mijn interpretatie is dat leerlingen die P = U2/R gebruiken, sowieso maar 1 punt kunnen krijgen. Mijn eerste corrector interpreteert het als volgt: "Ik heb de aanvulling van 14 wel verwerkt, want daarin stond als leerling alleen U^2/R gebruiken en U gelijk houden dan maximaal 1 punt. Dus ik heb alleen leerlingen die wel netjes P=UxI en R=U/I gebruiken en dan rekenen met U = constant het 1e en 3e bolletje gegeven." Lijkt me dat dat ook alleen het 1e bolletje is, toch?

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Dinsdag 28 mei 2024, 16:37 uur

Ja haha, dan ben je wel heel erg de mazen van de wet aan het opzoeken...

Door: Martijn Stobbelaar | Datum: Vrijdag 31 mei 2024, 12:59 uur

Aan het begin van het forum is hier al melding van gemaakt, maar zonder echt duideljke uitkomst.

Een leerling zegt:  P = I^2 * R dus als P groter moet R wel groter zijn. (zonder enige vermelding van I gelijk of besef van serieschakeling)

Je zou kunnen zeggen dat de leerling expliciet I als consant beschouwd, maar het kan ook zijn dat de leerling geen idee heeft dat I uitmaakt. In het antwoord model staat dat het inzicht er wel moet zijn. Volgens mij is het geen inzicht dat I constant is, maar de mogelijkheid van inzicht. Dat is niet voldoende voor bol 2. 

Ben ik te streng als ik dat vind? Ik hoor het graag, aangezien ikzelf dit fout heb gerekend maar de docenten voor wie ik de tweede correctie doe niet.

 Is bovenstaand antwoord voldoende voor inzicht?

Ikzelf ben van mening van niet 

Door: Rick Vooys | Datum: Vrijdag 31 mei 2024, 17:41 uur

@Martijn

 

Ben ik mee eens.

 

Als leerling expliciet aangeeft dat het om een serieschakeling dan ben ik geneigd het wel toe te kennen.

 

 Je kan niet volledig vanuit A=BxC concluderen dat A groter wordt als B groter wordt, zonder iets te zegen over wat C doet. 

 

In deze specifieke opgave: P=I^2 R noemen en dan conclusie levert bol 1 en 3 wellicht op. Dus max 2pt.

 

Door: Hoogland | Datum: Zaterdag 1 juni 2024, 10:06 uur

@Martijn en @Rick:

Ik weet nu niet meer zeker wat ik bij mijn eigen eerste correctie heb gedaan maar nu ik bezig ben met 2e cor ook eens!

A = B * C dus B groter means A groter is volgens mij een vereenvoudiging naar y = a * x (+ b met b = 0) waarbij het wiskundig gezien altijd zo is dat a een constante is. Natuurkundig moet dat eerst worden beredeneerd / onderzocht / uitgesloten / iets mee gedaan in ieder geval dus het inzicht dat I blijft constant impliciet? Nee volgens mij blijkt hier een ander (onjuist) wiskundig inzicht.

Groet, Martijn Hoogland