Vraag 11

Antwoord:

Door: Jeroen Grijsen | Datum: Zaterdag 25 mei 2024, 16:43 uur

Er staat 'gebruik van de formule' maar je hoeft geen getallen in te vullen.

Is het dan genoeg als beide formules worden genoemd voor 1e en 3e bolletje?

Of bedoelen ze hier met 'gebruik' dat je in je redenering voor één grootheid laat zien dat je snapt wat die betekent? Dus dan moet je wel degelijk iets zeggen om 1e en 3e te verdienen?

Door: Onne van Buuren | Datum: Zaterdag 25 mei 2024, 21:19 uur

Ik zit ook met jet tweede bolletje. Moet het constant zijn van T expliciet worden genoemd? Het lijkt me voldoende duidelijk alsleerlingen opmerken dat v groter is omdat r groter is.

Conclusie: voor leerlingen onduidelijke vraag met een dubieus antwoordmodel ('een formule' die ze kennelijk niet zelf moeten bedenken, 'informatieboekje' in plaats van BiNaS/science data, onduidelijke tweede deelvraag (welke formule over energie?), hoe expliciet moeten dingen worden benoemd?).

Door: Harry van Loon | Datum: Zondag 26 mei 2024, 11:10 uur

@nelissen en @post:

Er staat dat de zwaarte-energie niet afhankelijk is.

HAVO-leerlingen hebben het begrip gravitatieenergie niet gehad en kunnen, mijns inziens, dan wel op basis van "r" groter, dus "g" kleiner, dus minder gravitatiekracht, beredeneren dat er minder kracht geleverd hoeft te worden, dus minder brandstof nodig.

Door: Onne van Buuren | Datum: Zondag 26 mei 2024, 11:18 uur

Ik voorzie bij deze vraag enorm veel discussie en grote verschillen tussen correctoren. Er is dringend behoefte aan een uitbreiding van het correctiemodel, op zijn minst een heldere richtlijn door de kring. Als ik het nakijkmodel heel strict boekhoudkundig interpreteer wordt er op deze vraag heel slecht gescoord, ook bij antwoorden die natuurkundig gezien helemaal niet zo slecht zijn. Hierboven hebben jullie al veel mogelijkheden genoemd.

Door: Jarno Timmermans | Datum: Maandag 27 mei 2024, 15:17 uur

@Onne, helemaal mee eens. Wat een rare en onhandige formulering ook in deze vraag. Een aanvulling of duidelijke richtlijnen van de kringbespreking is wel gewenst in deze.

Door: Hutjens | Datum: Dinsdag 28 mei 2024, 10:42 uur

Mooie opgave! Jammer om te zien dat het hele verhaal waarom Europa graag een raketbasis in Frans-Guyana heeft niet echt is blijven hangen. Je ziet bij deze opgave heel goed wat leerlingen van energieën hebben begrepen. 

 

Naast dat ik graag kritisch ben over opgaven en onduidelijkheden voor leerlingen, vind ik ook dat ik iets positiefs mag zeggen :D!

Door: Mark Havermans | Datum: Woensdag 29 mei 2024, 17:05 uur

Voor de tweede deelscore antwoordt iemand met Fmpz=mv^2/r. Geeft daarbij een uitleg die geen hout snijdt. Is er iemand die ook antwoorden heeft met Fmpz? Ik wil toch bol 3 geven voor Fmpz. Het landelijk verslag zegt dat andere formules ook mogelijk zijn voor correcte uitleg, jammer dat ze geen voorbeeld(en) geven.

de waarde van Fmpz bij lancering is groter dan nul door v op de evenaar. Nota bene, staande op de noord- of zuidpool is Fmpz niet aan de orde want je maakt geen cirkelbeweging. Dus op de evenaar is sprake van Fmpz en is deze waarde de grootst mogelijke op aarde omdat je met bijna 0,5 km/s je rondjes draait om de aardas.
Het restant aan benodigde Fmpz, die geleverd wordt door Fz danwel Fg om gewichtsloos te worden (op welke hoogte dan ook), is minder dan van lancering elders dan de evenaar. Het mindere restant aan benodigde Fmpz komt ten goede aan het brandstofgebruik dat ook minder is. Voor die uitleg zou ik dan ook de vierde bol nog geven.

Door: Hutjens | Datum: Woensdag 29 mei 2024, 17:12 uur

Ik snap niet dat in het nakijkmodel staat dat er inzicht moet zijn dat T constant is en in het NVON verslag stat het volgende: Het constant zijn van T moet zijn geformuleerd.
???

Door: Jacco Dankers | Datum: Donderdag 30 mei 2024, 08:46 uur (Bewerkt op: 30-05-2024 08:46)

@Mark Havermans: Dat er op de evenaar sprake is van Fmpz betekent gewoon dat daar de normaalkracht iets kleiner is dan op de polen. Wat je precies bedoelt met "het restant aan benodigde Fmpz" is mij niet duidelijk. 

 

@Hutjens: de opmerking in het landelijke verslag geeft aan dat wij het inzicht dat T overal op Aarde gelijk is, niet impliciet aanwezig mogen veronderstellen. De leerling moet dit inzicht expliciet tonen. (voorbeelden: "r is op de evenaar het grootst en T is overal 24 h"/ "r is groter op de evenaar en T is overal op Aarde gelijk" / "v = 2πr/T en alleen r is verschillend, die is op de evenaar namelijk groter")
Dit kost bij mij helaas erg veel leerlingen het 2e bolletje. 

Door: Hutjens | Datum: Donderdag 30 mei 2024, 10:37 uur

@Jacco Dankers 

 

Bedankt voor jouw toelichting. Als een leerling schrijft: v = ( 2 . pi . r )/T en vervolgens zegt de v is groter op de evenaar want daar is de r groter, dan heeft hij niks gezegd over de T, maar toch wel het inzicht getoond dat T gelijk blijft?