Plaats hier uw vragen, opmerkingen of overdenkingen.

ik vind dat ze hier wel een uitwerkbijlage voor bij hadden mogen doen.

ook sowieso raar dat ze een vanaf het bovenlichaam afgesneden foto geven. Die zijwaartse kan ik me nog iets bij indenken.

Laat ik de discussie maar aftrappen:

Vorig jaar was het frontale oppervlak van iemand op een fiets (rechtopzittend) 0,32 m^2. 
Het frontale oppervlak van iemand die in elkaar gedoken op schaatsen staat, is dan toch sowieso kleiner dan 0,32 m^2, of op z'n minst ongeveer hetzelfde.

Schouderbreedte van een vrouw wordt geschat op 0,5 m, terwijl die in feite zo'n 35 cm is. 
Hoogte wordt geschat op 1 m, maar de afstand tussen de benen wordt niet meegenomen.

Ik kwam zelf op 0,24 m^2. (mijn rechthoek heb ik 0,4m breed en 0,6m hoog gemaakt (de rechthoek stopte iets boven de schaatsen, om te compenseren voor de afstand tussen de benen). 

Ik mag toch hopen op een aanvulling...

Ik had de marges hier ook wel wat ruimer verwacht, denk bijvoorbeeld aan het muziekdoosje (havo 2022-1) waarbij de marge voor de dikte van een vinger ongeveer +-50% was,

en de keuze voor bol1 vind ik lastig, een ll die de breedte aan de onderkant binnen de marge schat en aan de bovenkant er buiten, vindt hetzelfde oppervlak als het CV, maar mag bol1 dus niet krijgen? want lengte geschat op 1,3m in dit specifieke geval?

In de opgave wordt niet expliciet gevraagd naar een schatting van lengte en breedte.

Sommige leerlingen beredeneren op grond van de oppervlakte van een rechtopstaand iemand en nemen daar een percentage van dat binnen de marge valt.

Officieel missen ze dan het eerste punt. Bovendien is de geschatte minimale 0,40 cm breedte discutabel. Mijn heupbreedte is 33 cm en bij de benen wordt het alleen maar smaller.

Mijn gemiddelde breedte blijft denk ik onder de 40 cm.

Hier lijkt me een erratum nodig op het correctiemodel.

B

als een leerling 0,35m als breedte schat, valt dat dan onder 0,4m? 0,35 afgerond is ten slotte 0,4 m?

Het voorbeeldantwoord refereert alleen maar aan figuur 1 door te zeggen dat je daar ziet dat schouderbreedte de breedte van de rechthoek is. Daar heb je fig 1 toch niet voor nodig? Ik zou dan verwachten dat je daar iets moet doen met schaal.
Daarnaast geeft het voorbeeldantwoord geen beredeneerde schatting van de schouderbreedte. Er staat alleen dat dit een gemiddelde schouderbreedte is.
 

Leerlingen zijn erg veel tijd kwijt aan het het schatten van een simpel oppervlak. Ze schrijven zo een half A4 tot een A4 vol met hoe ze van de schets van een zij-aanzicht op het frontaal oppervlak komen en met een verkeerde aanname (zoals hierboven genoemd over de gemiddelde schouderbreedte, dat is nu net de grootste breedte die je kan gebruiken voor de schatting) komen ze soms nog buiten de marge uit ook! Ik zou graag een ruimere marge zien (vooral aan de onderkant). Leerlingen doen dit gewoon goed en worden na veel werk nodeloos afgestraft door de marge.

Ook bij mij viel na enkele leerlingen nakijken al direct die marge voor het frontale oppervlakte op als probleem. 0,50 m is echt best breed, had zelf 0,40 m geschat en veel leerlingen opteren (heel redelijk) voor 0,35 m. En je kunt prima beredeneren dat de gemiddelde breedte kleiner is dan die van de schouders, want hoofd en onderbenen.

Zou die breedtemarge naar beneden verruimen en verder biedt de regel voor 'corrigeren naar de geest van het correctievoorschrift' denk ik voldoende speling voor leerlingen die op andere wijze hun schatting beredeneren.

heb een leerling die de persoon in vieren heeft opgeknipt om zo de oppervlakte te berekenen.

Komt op 0,31 m^2 uit. Dat is net onder de minimum opp van 0,4 x 0,8 = 0,32.

Heb heel veel leerlingen die de breedte smaller inschatten.

Hoop echt dat hier een aanvulling van cvte op gaat komen. Veel werk en dat zonder uitwerkbijlage en dan zo'n smalle marge.

Ik heb nog geen leerling nagekeken, maar alleen mijn eigen antwoord kwam al buiten de marge.

De vraagstelling suggereert dat je zowel met figuur 2 als figuur 3 iets moet doen. Ik heb in figuur 3 de lengte van de romp gemeten, de lengte van het achterste bovenbeen en het onderbeen gemeten. Kwam op ong. 9 cm uit. Op basis daarvan een schaal bepaald en zo de hoogte van de schaatshouding bepaald (4,4 cm genomen ipv de 4,5 uit het CV). 

Met deze schaal ook de werkelijke lengte van de bovenarm bepaald in figuur 3. Vervolgens met die lengte in figuur 2 een nieuwe schaal bepaald en daarmee de breedte van de schouders bepaald. Immers de vraag suggereert dat er wel meer moet worden gedaan met figuur 2 dan wat het CV doet. En dan kom ik op een schouderbreedte van 0,35 m. Dus net onder de marge.

Met alle respect, maar als een leerling bovenstaande doet, is hij veel tijd kwijt. Hij doet fysische niets verkeerd, geeft een uitgebreidere beredenering dan het CV en hij zou dan bol 1 niet halen?! Dat slaat echt nergens op!