Vraag 07

Antwoord:

Door: Wendy van Antwerpen | Datum: Zondag 11 mei 2025, 12:29 uur

@Laura, eens als bol 3 alleen complementeren zou zijn. Dus is het echter ook significantie wat in de afspraak sowiezo een apart punt zou worden toen de significantie regels ingevoerd werden. Ik zie in het hele correctiemodel dit maar 1x juist toegepast. (apart punt voor de significantie).

Door: Wendy van Antwerpen | Datum: Zondag 11 mei 2025, 12:30 uur

@Laura, eens als bol 3 alleen complementeren zou zijn. Dus is het echter ook significantie wat in de afspraak sowiezo een apart punt zou worden toen de significantie regels ingevoerd werden. Ik zie in het hele correctiemodel dit maar 1x juist toegepast. (apart punt voor de significantie).

Door: Monsees | Datum: Maandag 12 mei 2025, 09:50 uur

@Bax (en de rest)

De leerling wordt gevraagd een weerstand van een stuk draad te berekenen. Dat kan op heel veel verkeerde manieren, bijvoorbeeld door de weerstand van de LED te berekenen in plaats van de draad. Als de leerling vervolgens denkt dat hij de weerstand van de draad heeft berekend en vervolgens door twee deelt met een argument als "de weerstand wordt verdeeld over de twee aansluitdraden", dan heeft hij wel gesnapt waarom je door 2 deelt. Dus is de factor 2 juist toegepast. 

Door: Vorselman | Datum: Maandag 12 mei 2025, 10:58 uur

Ik heb een leerling die de stroomsterkte afleest, maar denkt dat het in Ampere is i.p.v. mA. Is dit nu een afleesfout (bolletje 3 weg) of een completeerfout (bolletje 5 weg). Aangezien ze nog meer dingen niet goed doet, is ze het laatste bolletje sowieso al kwijt. 

Wat ze doet is: U=1,4 Volt, I=0,15 A. R=U/I=1,4/0,15=9,33 Ohm. 9,33/2=4,7 Ohm.

Hoeveel punten zien jullie hier dan in?

Groet,

Ariën

Door: Wolff | Datum: Maandag 12 mei 2025, 13:12 uur

Ik heb veel leerlingen (meer dan de helft ) die 1,4 delen door de stroom en dan de weerstand (van de LED) uitrekenen.

Dat levert toch alleen 1 p op (gebruik U/I=R)?

Door: Wouter Vernhout | Datum: Maandag 12 mei 2025, 20:08 uur

@Ariën

Met het gebruik van 1,4 V mis je bol 1 en heb je een substantiële vereenvoudiging, dus bol 5 weg.

Het aflezen van 0,15 A i.p.v 0,15 mA is verkeerd aflezen, dus bol 3 weg.

Bol 4 is evident. 

Bol 2 wordt correct toegepast, dus die zou ik ook toekennen.

Door: Wouter Vernhout | Datum: Maandag 12 mei 2025, 20:10 uur

@Wolff

Bol 3 is hier volgens mij ook te halen.

Leerlingen lezen de I van de led af en gebruiken die voor de potloodstreep. Daarmee is impliciet inzicht dat I_potloodstreep = I_led. (Uiteraard moeten ze wel correct de I aflezen.)

Door: Bax | Datum: Maandag 12 mei 2025, 21:03 uur (Bewerkt op: 12-05-2025 21:06)

@Wouter,
De leerlingen die de 1,4V van de led delen door de stroom (door de led) rekenen daarmee niet de weerstand van de potloodstrepen uit en daarmee is I_led = I_lijnen m.i. dus niet meteen impliciet.

Door: Wolff | Datum: Maandag 12 mei 2025, 21:30 uur

@wouter en Bax

Er wordt gevraagd naar de weerstand van de potloodstreep en ze rekenen de weerstand van de LED uit.

Geen antwoord op de vraag, dus toch ook geen completeerpunt, lijkt me.

(Denken dat je met zo'n antwoord 5 punten kan scoren, zou sowieso al een minpunt moeten opleveren, maar dat terzijde)

Door: Reeuwerd Straatman | Datum: Maandag 12 mei 2025, 22:00 uur (Bewerkt op: 12-05-2025 22:10)

@Wendy: significantie wordt alleen in een apart punt gepakt als er wordt gevraagd "geef je antwoord in de juiste significantie." Als wordt gevraagd "geef je antwoord in x significant" zit dat punt bij completeren in (zie syllabus).

@Bax: ik ga wel met Wouter mee. Als leerling 1,4 deelt foto een binnen de marge afgelezen stroomsterkte, denk deze dat hij de weerstand van de dra(a)d(en) heeft berekend. Dan valt er wel wat te zeggen voor inzicht Ilijn = Iled. De leerling deelt bijv. niet de stroomsterkte door twee, wat zou duiden op idee van een parallelschakeling.

@Wolff: als leerling Rled uitrekent is dat sws het completeerpunt niet vanwege significante vereenvoudiging van het antwoord, m.i.

@allen: als ik het goed volg zou een volgend antwoord volgens de meesten hier (incl. ondergetekende) dus 3 punten opleveren?

I = 0,15 mA = 0,00015 A

R = 1,4 / 0,0015 = 9,3 kΩ voor twee lijnen, dus voor één lijn geldt: R = 4,7 kΩ.

Bol 1 niet,

Bol 2 wel (iets van inzicht dat weerstand over twee draden is verdeeld, dus corretlct toepassen van factor 2)

Bol 3 wel (binnen marge afgelezen en doordat er geen stroomsterkte is verdeeld, de leerling denkt Rlijn te hebben berekend, dus impliciet inzicht getoond)

Bol 4 wel 

Bol 5 niet (toch wel een significante vereenvoudiging van het antwoord)