In deze proef is het de bedoeling, dat je de afschietsnelheid van een veer met een kurkje eraan bepaalt.
Eerst moet je de veerconstante van de veer bepalen. We doen dit door verschillende gewichtjes aan de veer te hangen.
Vervolgens zullen we een schatting maken van de maximaal te bereiken zwaarte-energie. We doen dit door de veer met kurk richting het plafond af te schieten, zodanig dat de veer en het kurkje het plafond vrijwel met een snelheid van 0 m/s bereiken. De veer en het kurkje moeten het plafond dus net wel of net niet raken.
Nu berekenen we de veerenergie en de ontstane warmte bovenin.
Vervolgens schatten we op een slimme manier de ontstane warmte op de plek een stuk lager (en eerder), waar de veer net niet meer uitgerekt is en de afschietsnelheid dus bereikt is.
Tot slot berekenen we de kinetische energie op diezelfde plaats en daarmee de afschietsnelheid van het veertje met de kurk.
Zoek eerst de benodigde formules op.
Stel vervolgens de energievergelijking op voor de beweging op drie plaatsen: de veer in maximale uitrekking, de veer net niet meer uitgerekt en de veer bovenin bij het plafond.
Stel op, hoe je nu de formules gaat gebruiken om de gevraagde waarden te kunnen berekenen.
Bepaal nu, welke grootheden je allemaal moet meten, om de gevraagde waarden te kunnen berekenen.
Leswerk
