Een conceptcartoon kan gebruikt worden als opwarmer bij de les en om na te gaan welke ideeën leerlingen hebben. Deze ideeën kunnen dan later in de les weer terugkomen of als start dienen van een groepsdiscussie over verschillende opvattingen. De discussie kan eventueel een bron zijn van vraagstellingen voor het doen van onderzoek.
Er zijn conceptcartoons beschikbaar over verschillende ecologische vraagstukken. Een klassieke manier om een conceptcartoon te gebruiken, is een bespreking aan het begin van een lessenserie.
Leerlingen bespreken daarbij in kleine groepjes waarom ze de antwoorden van de kinderen in de cartoon goed, fout of onvolledig vinden. Ze proberen eenstemmigheid in de groep te krijgen over het beste eigen antwoord. Daarna kunnen de antwoorden klassikaal besproken en/of ergens in de klas opgehangen/bewaard worden. Aan het eind van de lessenserie bekijken leerlingen of ze andere, betere of vollediger antwoorden zouden geven.
Leerlingenmateriaal
Horst Wolter maakte de tekeningen voor de conceptcartoons. De teksten zijn bewerkingen door Mieke Kapteijn van de dialogen uit de conceptcartoons in het werk van Naylor, Keogh, Moules en Horlock
De verschillende conceptcartoons bij dit artikel zijn voor gebruik in de klas te downloaden. De onderwerpen zijn :
Waar komt het hout vandaan?
Wat gebeurt er met dingen die dood gaan?
Waarom zijn er meer konijnen dan vossen
Waaruit bestaat een voedselketen?
Wat zijn de gevolgen van ontbossing?
Wat gebeurt er met groente die we op en composthoop gooien?
Concurreren zaailingen met elkaar?
Behalve de verschillende conceptcartoons bevindt zich in een van de bijlagen ook nog een bronnenlijstje met handige aanwijzingen.