Op bomen, stoepen en hekken vestigen zich allerlei organismen. Welke dat zijn, is afhankelijk van zeer lokale (a)biotische omstandigheden, het microklimaat. Mossen en korstmossen bijvoorbeeld zijn niet egaal verspreid over een boomstam en een groene aanslag is niet overal even dik. Dat hangt af van vocht, bezonning, temperatuur, betreding enzovoorts.
Over de factoren die bepalen of iets ergens voorkomt, kunnen leerlingen zich door gericht te kijken, te voelen of te meten ideeën vormen. Er worden twee leeractiviteiten beschreven die direct in de omgeving van de school gedaan kunnen worden. Leerlingen kunnen met deze opdrachten op kleine schaal het verband gaan zien tussen de spontane ontwikkeling en voorkomen van bepaalde organismen en het microklimaat op een plek. In opdracht 6.4.2 wordt ook aandacht geschonken aan het zien van verschillen tussen mossen, korstmossen en algen en aan het determineren van bomen en korstmossen met behulp van zoekkaarten.
Leerlingen- en docentmateriaal
In de bij dit artikel te downloaden bijlages zijn behalve een bronnenoverzicht ook leerlingopdrachten (als word-document en PDF), ervaringen en meer ideeën voor opdrachten te vinden.