Bij het scheiden van plastic afval wordt gebruik gemaakt van de verschillen in dichtheid van de vier meest gebruikte kunststoffen. Naast bezinken wordt er ook gebruik gemaakt van drijven. Dit is dus een wat algemenere vorm van scheiden op verschil in dichtheid dan bijvoorbeeld bezinken of centrifugeren, waarbij het drijven meestal niet ter sprake komt.
Bij het inzamelen van gebruikt glas zijn vaak aparte containers voor blank, bruin en groen glas omdat het moeilijk is om deze glassoorten industrieel te scheiden.
Bij plastic afval is dat anders. Omdat dit zich eenvoudig laat scheiden kan al het afval van plastics in dezelfde container. Voordat de eigenlijke scheiding op industriële schaal kan plaatsvinden wordt het afval versnipperd en gewassen.
Bij het scheiden van plastic afval wordt gebruik gemaakt van de verschillen in dichtheid van de vier meest gebruikte kunststoffen.
De beschrijving van deze demo staat in het boek Showdechemie – effectief demonstreren.
Aanvullingen
Herkenning van PE, PP, PS en PVC aan het uiterlijk
Polyetheen. PE wordt veel gebruikt voor het maken van afwasmiddel- en shampooflessen en jerrycans e.d. Deze zijn echter te dunwandig voor de proef. Beter zijn emmers of afwasteiltjes met een wanddikte van ongeveer 3 mm.
Polyetheen herken je aan het wasachtige beetje doffe oppervlak.
Polypropeen. PP lijkt veel op PE. Het is over het algemeen iets harder en heeft een glanzend uiterlijk. Typische toepassingen vind je in huishoudelijke materialen zoals een trechter, een slacentrifuge of een boodschappenkrat. Ook bij scheikunde is PP te vinden: epjes, maatcylinders, pipetpunten e.d.
Mooie kleuren vind je in de speelgoedwinkel: een grote glimmende kiepauto is meestal van PP.
Polystyreen. PS is het gemakkelijkst te herkennen. Toepassingsvoorbeelden zijn: CD-doosje, audio- of videocassettes (m.u.v. de tape zelf) balpennen of de kast van een computer(monitor). Maar ook wegwerpbekertjes, -glazen en patatbakjes zijn van PS.
PS heeft een kristallijn karakter. Het breekt krakend in splinters als je er op gaat staan. Je kunt ook een gloeiende spijker in het materiaal prikken, je ruikt dan styreen.
Mooie kleuren vind je weer in de huishoudwinkel: bloempotten, pennenbakjes e.d.
PVC. PVC wordt incidenteel nog toegepast in de electrotechniek: isolatie van kabels (zacht PVC) en kabelgoten. Van PVC worden ook veel buizen gemaakt, bijvoorbeeld rioolbuizen.
Herkenning van plastics aan de dichtheid
Je kunt plastics natuurlijk ook herkennen aan de dichtheid.
In de literatuurlijst wordt verwezen naar een artikel hierover in J. Chem. Ed (Anderson, 1996). Anderson doet hierin de suggestie om leerlingen een schema te laten maken.
Een dergelijk schema heeft Frans Kilian gemaakt indertijd ook gemaakt in combinatie met een voorschrift voor de dichtheidsbepaling. Het is in deze vorm misschien duidelijker dan het voorschrift met nummerverwijzingen. Bekijk het zelf eens bij de bijlage
OP1_bepaling dichtheid plastic.
Bronnen
Anderson, G.E. (1996). A simpler small scale method for the identification of plastics. J. Chem. Ed. 73(8), A173.
Harris, M.E. & Walker, B. (2010). A novel, simplified scheme for plastics identification. J. Chem. Ed. 87(2), 147-149. (Hierin zijn ook PET en polymelkzuur opgenomen; er wordt onderscheid gemaakt tussen PE met hoge en met lage dichtheid).
Kolb, K.E. & Kolb. J.K. (1991). Method for separating or identifying plastics. J. Chem. Ed. 68, 349.