Water is een rare stof. Naast gietijzer is het één van de weinige stoffen waarvan de vaste stof met kleinere dichtheid heeft dan de vloeistof.
Ervaringen, aanvullingen, suggesties en links zijn welkom. Stuur ze naar showdefysica@nvon.nl.
Deze proef kan in de onderbouw bij het onderwerp warmtegeleiding, maar is ook zeer geschikt als binnenkomer bij het onderwerp warmte in de bovenbouw. Zo kun je in korte tijd een aantal relevante begrippen herhalen.
Het afkoelen van water in de winter gebeurt van bovenaf, dus het water blijft circuleren doordat het afgekoelde water naar beneden zakt. Totdat de temperatuur van 4 graden bereikt is: dan stopt de circulatie doordat het water weer gaat uitzetten. Vervolgens koelt alleen de bovenlaag nog verder af en bevriest. Dat is van levensbelang voor de vissen maar ook voor schaatsers. Zonder dat fenomeen zou je pas kunnen schaatsen als het water tot aan de bodem bevroren was, en dat gebeurt in diepere wateren natuurlijk nooit (in ons land).
Dat lijkt me moeilijk echt te onderzoeken, of het zou moeten zijn met een aantal temperatuursensoren op verschillende dieptes in een vijver, ’s winters als het stevig vriest.
