Plaats hier uw vraag of reactie of mening.

[c] = Hz mag natuurlijk ook.

Lijkt me wel. Er staat niet dat [c] in basiseenheden gegeven moet worden. 

Als ik 4 punten neem en de c uitreken komt er het volgende uit:

bij n²= 40 , f= 125, c=3,125 (afgerond naar 3,15 valt het dan net binnen de marge)

bij n²= 80 , f= 250, c=3,125

bij n²= 100 , f= 315, c=3,15

bij f= 400, n²= 126 ,c=3,175

Dus die 3,18 uit het CV is echt de bovengrens. Logischer zou zijn c=3,15 s^-1 (met een marge van 0,05)

Kan iemand dit meenemen naar de landelijke vergadering?

1e opmerking - significantie moet dus perfect zijn....? Wat is de reden dat je er hier ook niet één cijfer naast mag zitten?

@Jeroen: in de tekst staat nu expliciet hoeveel s.c. gegeven moeten worden. Dan moet je je daar als leerling ook gewoon aan houden.

Lezen is een kunst... Excuses voor mijn vraag...
En die drie significante cijfers gebruiken ze weer bij vraag 13. Dan is het ook charmant om hier in vr.12 expliciet naar te vragen.

leerlingen die menen dat er achter n² nog iets tussen haakjes moet worden gezet (bv: aantal buiken in het kwadraat) zullen ook in de eenheid van c de fout in gaan door er iets op te schrijven als Hz.n^-2. Twee keer fout rekenen (1e en 4e bolletje) ?

@Huub 1, helemaal mee eens. Ik heb (digitaal) ook wat punten gepakt, en kwam bijna overal op 3,15 uit. De meting van het CV heb ik op 350 / 111 (lijn gaat m.i. echt niet precies door het midden), wat ook 3,15 geeft.
 

@Huub 2 BIj het bolletje van n² staat niet specifiek de eenheid genoemd, bij het 2e bolletje van f wel. Hieruit zou je kunnen afleiden dat het hier om de n² (kwadraat) gaat, en niet de eenheid.
Bolletje 4 heeft een consequentie, dus dat hoeft niet 2x foutgerekend te worden. Hangt dus heel erg af van wat een leerling precies doet.

Trouwens, 'aantal buiken in het kwadraat' is geen foute eenheid toch? Een aantal heeft toch ook geen eenheid?  De eenheid Bq mag toch ook 'deeltjes per seconde' of 'per seconde' zijn?

Een leerling kiest ervoor om van alle meetpunten de evenredigheidsconstante te bepalen. Als je dat juist doet kom je op 2.90 uit (de eerste 2 meetpunten verknallen het). Leerling mist dus het 3e bolletje. Mist deze dan ook meteen het 4e bolletje of kan die gegeven worden omdat een ongeveer maar niet geheel juiste oplossing correct is uitgevoerd?

Even voor mijn geruststelling, als een leerling c berekent met als eenheid Hz/n², dan wordt dat als een onjuiste eenheid gerekend toch.