Vraag 05 |
||
---|---|---|
Door: Ad Mooldijk
|
Datum:
Maandag
22
april
2024,
14:41 uur
Plaats hier uw vragen, opmerkingen of overdenkingen. |
Antwoord: |
||
---|---|---|
Door: Ruben Koster
|
Datum:
Donderdag
16
mei
2024,
22:34 uur
Als je T verkeerd omrekent (naar jaar...), kom je ook op een verkeerd antwoord uit. Kun je het complementeerpunt dan nog wel krijgen? Je weet als leerling dat je fout zit, maar complementeert wel de berekening (en hebt het niet versimpeld door het verkeerde omrekenen). |
||
Door: Martijn van Aken
|
Datum:
Vrijdag
17
mei
2024,
09:55 uur
Ik denk dat je het over 6 hebt? |
||
Door: Ruben Koster
|
Datum:
Vrijdag
17
mei
2024,
10:54 uur
Oeps, klopt, dit ging over 6. |
||
Door: Erik van Beek
|
Datum:
Vrijdag
17
mei
2024,
21:49 uur
Als een leerling werkt met dv=32,2 m/s komt deze niet uit op een negatieve waarde voor Fres. Vervalt hiermee het 3e scorepunt? Ik ben zelfs sterk geneigd om dit gewoon goed te rekenen. |
||
Door: Garmt de Vries-Uiterweerd
|
Datum:
Vrijdag
17
mei
2024,
21:55 uur
@Erik: de – in het cv staat tussen haakjes, dus het teken van het antwoord maakt niet uit. |
||
Door: Erik van Beek
|
Datum:
Vrijdag
17
mei
2024,
22:10 uur
(Bewerkt op: 17-05-2024 22:10)
Ah, ik zie nu inderdaad dat deze tussen haakjes staat. Misschien fijn als ze het volgende keer niet alleen bovenaan doen, maar ook in de voorbeelduitwerking haha. Thanks Garmt |
||
Door: Garmt de Vries-Uiterweerd
|
Datum:
Zaterdag
18
mei
2024,
13:32 uur
Mooi voorbeeld van "gebruik van formule":
Leerling 1 gaat aan de slag met methode 2 en schrijft: F = m·a a = ∆v/∆t = (82,2 – 50,0) / 1,5·103 = 2,1·10–2 m/s2 Ze vult dus de afstand van 1,5 km in in plaats van de remtijd. Dat kost haar bol 3, maar bol 2 krijgt ze wel, want de formule is gebruikt.
Leerling 2 doet vrijwel precies hetzelfde, maar schrijft: Fres = m·a a = (82,2 – 50,0) / 1,5 = –21,47 Deze leerling krijgt ook bol 2 niet, want de formule is niet opgeschreven, en nergens blijkt dat ze wel de juiste formule bedoelde.
Tja, je kunt er 6 jaar lang op hameren... |
||
Door: Garmt de Vries-Uiterweerd
|
Datum:
Zaterdag
18
mei
2024,
13:45 uur
Ik kom nu een paar keer tegen: F = m·a a = 50,0 – 82,2 = –32,2 F = 71 · –32,2 = –2286 N Bol 1 en 2 zijn sowieso weg, maar wat te doen met bol 3? Hier gaat zo veel fout, en er wordt zo veel versimpeld, dat ik het ook geen completeerpunt waard vind. |
||
Door: Ivan Vermeulen
|
Datum:
Zaterdag
18
mei
2024,
14:12 uur
@ Garmt, In die gevallen heb ik het derde punt ook niet toegekend, te veel vereenvoudigd. In het nvon verslag staat dat bol 3 nog wel kan worden toegekend als bij methode 2 gerekend is met dv ipv vgem. Dan lijkt mij dat in deze situatie bol 3 zeker niet meer kan. |
||
Door: Reeuwerd Straatman
|
Datum:
Zaterdag
18
mei
2024,
17:24 uur
(Bewerkt op: 18-05-2024 17:34)
@ Garmt de Vries ik ben het niet met je eens dat a = (82,2 – 50,0) / 1,5 = –21,47 de 2e bol niet oplevert. (82,2 - 50,0) is nl wel degelijk Δv en dus is er op de juiste plek de juiste waarde van die grootheid ingevuld. Welke andere formule kan er anders bedoeld worden? De formule hoeft nl. niet expliciet te worden genoteerd. Dat mag impliciet. Ik heb zelf ooit gevraagd bij een kring bespreking of "gebruik van formule" mocht worden toegekend, als alleen "3*8= 24 m" als antwoord werd gegeven, als er bijv. een afstand moest worden berekend van een object dat 3 sec lang 8 m/s ging, zonder dat de leerling dat ergens duidelijk maakte door gegevens of formule te noteren. Dat mocht, terwijl daar niet eens duidelijk werd wát er berekend wordt. Ik vind daar wel iets van, maar als het mag, ken ik het punt toe. Onder die redenering moet die leerling ook de 2e bol toekennen. |