Voedsel bederft na kortere of langere tijd, vooral als we het buiten de koelkast bewaren en zeker wanneer de temperatuur wat hoger is zoals in de zomer. Daarbij spelen allerlei afbraakprocessen een rol, onder andere de anaerobe afbraak door bacteriën en gisten. Dit proces noemt men fermentatie. In de voedingsmiddelenindustrie wordt veel gebruik gemaakt van fermentatie. Tegenwoordig staat het zelf fermenteren van voedsel volop in de belangstelling. Je kunt er zelfs workshops over volgen.
Waarom zouden we ons voedsel willen fermenteren? Daar zijn heel veel en heel goede redenen voor. In de prehistorie fermenteerde men voedsel om het te conserveren. Een bijkomend voordeel is dat het eten er lekkerder van wordt. Bovendien zorgt fermenteren ervoor dat het voedsel beter verteerbaar is en gemakkelijker opgenomen wordt door de darmen. Vaak zijn de micro-organismen die zorgen voor fermentatie, goed voor onze darmen en geven ze ziekteverwekkers geen of minder kans hun gang te gaan. Bovendien maken ze stoffen aan die we nodig hebben en/of die gezond voor ons zijn; zo kunnen ze een gunstige invloed op ons afweersysteem en op ons geestelijk welzijn hebben.
In deze leeractiviteit gaan leerlingen yoghurt, zuurkool, geitenkaasjes en cassis maken. Hierbij is het van belang om hygiënisch te werken. Leerlingen maken in groepjes een gefermenteerd product. Als dit product klaar is, wordt het resultaat bekeken, eventueel vergeleken en besproken. Daarna beantwoorden leerlingen vragen over het fermentatieproces.
Leerlingenmateriaal
Al het materiaal dat nodig is om de fermentatie uit te voeren, is in de bijlage bij dit artikel te vinden.
Leswerk
