Extractie is een veel gebruikte scheidingsmethode in de scheikunde. Maar ook buiten de scheikunde wordt deze techniek veel toegepast, bijvoorbeeld bij het maken van theeën, oliën en tincturen van kruiden. In deze leeractiviteit gaan leerlingen kruidentheeën maken door middel van extractie. Zo leren de leerlingen de begrippen die met extractie te maken hebben, zoals mengsel, zuivere stof, stofeigenschap, oplosmiddel, filtratie, filtraat en residu, in een andere dan de in de scheikunde gebruikelijke context, waarmee deze begrippen wendbaarder kunnen worden.
De leerlingen zetten thee door een theezakje in een bekertje met pas gekookt water te hangen. In plaats van een theezakje kunnen ook losse theeblaadjes gebruikt worden. Dit wordt na enkele minuten gefiltreerd of gezeefd in een ander bekertje. Daarna ruiken en proeven ze de thee. Als ze de thee niet lekker vinden, hoeven ze deze natuurlijk niet helemaal op te drinken. Aan de hand van de informatie in de leeractiviteit kunnen ze misschien iets zeggen over de werking van de thee en de aandoeningen waarvoor deze gebruikt kunnen worden. Behalve een herhaling van het onderwerp extractie houdt deze leeractiviteit ook een kennismaking met kruiden in.
De kruidenolie en de kruidentinctuur komen aan de orde aan de hand van vragen en opdrachten.
Leerling-en docentmateriaal
Al het benodigde materiaal is in de bijlage bij dit artikel te vinden.
LA-2.4.2-Kruidenthee-kruidenolie-kruidentinctuur-Docententoelichting.docx
Leswerk
