Aardappels worden gerekend tot ons basisvoedsel en staan daarom evenals rijst, pasta en noodles vaak op het menu. Dit basisvoedsel is een belangrijk voedingsmiddel; aardappels bevatten naast veel zetmeel ook vitamines (zoals vitamine C en foliumzuur) en mineralen. Van de aardappelplanten wordt de knol gegeten en deze worden meestal gekookt, gebakken of gefrituurd. Ze kunnen ook verwerkt worden tot aardappelproducten bijvoorbeeld rösti, aardappelkroketjes of potatochips; aardappelzetmeel wordt gebruikt om soepen en sauzen te binden.
Meestal wordt de aardappelplant gekloond via ongeslachtelijke voortplanting door middel van pootaardappelen. Vermeerderen door middel van zaad, geslachtelijke voorplanting, levert aardappelplanten op met verschillende erfelijke eigenschappen en dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een teler een nieuw ras met andere eigenschappen wil ontwikkelen.
Centraal in deze leeractiviteit staat de kennismaking met de aardappel als voedingsgewas in al zijn facetten. Dit gebeurt door aardappelrassen te vergelijken, aardappels te bewerken, bestanddelen van de aardappelplant aan te tonen, onderdelen van de aardappelplant te bestuderen en het eigen eetgedrag ten aanzien van de aardappel te beoordelen.
Leerlingen kunnen (in groepjes) een aantal opdrachten volgens voorschrift uitvoeren. De opdrachten (of combinaties van een aantal) kunnen ook ‘handig’ over de klas verdeeld worden; klassikale nabespreking levert dan een totaalbeeld op van de resultaten.
Leerlingen- en docentmateriaal
Het materiaal, dat nodig is om de opdrachten uit te kunnen voeren, is via de bijlagen bij dit artikel te vinden (1 t/m 9). Extra (verrijkende) opdrachten en achtergrondinformatie zijn te vinden in de bijlagen 10 t/m 15