Op de vraag waarom we natuur zouden moeten beschermen, worden vaak twee soorten antwoorden gegeven. In het eerste antwoord gaat het over morele waarden, gebaseerd op het idee dat natuur waarde heeft van zichzelf: de intrinsieke waarde van de natuur. Veel vaker wordt de vraag waarom natuur beschermd zou moeten worden, beantwoord door te wijzen op alle functies die natuur heeft voor de mens en de bijbehorende financiële voordelen. Denk bijvoorbeeld aan gezondheid en recreatie, waarbij natuur goed is voor het welzijn van mensen.
Functionele en economische argumenten gebruiken om het belang van natuur te onderbouwen is niet nieuw, maar is recent wel heel dominant geworden in ons natuurbeleid. Het idee is dat, als je mensen kunt laten zien dat natuur geld oplevert, er meer draagvlak ontstaat voor natuurbescherming en mensen eerder bereid zullen zijn in actie te komen voor natuur.
Gezien het beperkte succes van de huidige benadering stelden wij in ons Europese onderzoek de vraag of de morele en instrumentele benadering wel genoeg betrokkenheid en actie weet te bewerkstelligen bij individuen en overheden. Of in andere woorden: wat motiveert mensen nu echt om in actie te komen voor de natuur?
Docentenmateriaal
In de bij dit artikel horende documenten bevinden zich de volledige tekst van het intermezzo van Riyan van den Born uit het boek Ecologie leren & onderwijzen en de literatuurlijst van de bij dit intermezzo gebruikte bronnen.