Proef 1.3.2b Volume en materiaal

12 juni

Deze proef laat in de aanloop naar het begrip dichtheid zien dat voorwerpen met gelijke massa een verschillend volume kunnen hebben.

Demonstratieproef bij Natuurkunde voor Nu en Straks Boek 1, par. 3.2 Massa en volume.

Voor deze proef heeft u nodig uit de lestrolley:

  • De balans met massa-sets op drager (250 g) (zie de foto bij proef 1.3.1b), 2 paperclips (m=0,5 g) en 2 dubbeltjes (m=2,0 g).
  • Drie blokjes met (ongeveer) gelijke massa (100g + 1g)

Doel van de proef: de leerlingen ervaren (als stap naar het begrip dichtheid) dat er ‘lichte’ en ‘zware’ stoffen bestaan.

Uitvoering: Laat de drie blokjes aan de klas zien en benoem het materiaal (aluminium, ijzer, plastic). Laat een leerling ze op volgorde van klein naar groot volume zetten. Laat de leerlingen het volume van de drie blokjes bepalen (V = l x b x h) en schrijf die op het bord.

Laat een (andere) leerling ze op volgorde van kleine naar grote massa proberen te zetten.

Vraag een leerlingen de massa’s van de blokjes te meten. Die blijken alle drie (ongeveer) 100 gram te zijn.

Conclusie: een voorwerp van een ‘lichte’ stof, maar met een groot volume, kan zwaarder zijn (meer massa hebben) dan een voorwerp van een ‘zware’ stof, met een klein volume.

Leswerk