Doel van de proef: de leerlingen ervaren wat een eenparig vertraagde beweging is.
Een leerling komt ‘van de verkeerde kant’ aanrennen met een snelheid van 11 tegels per seconde en gaat bij punt F van de baan 2 tegels per seconde vertragen totdat hij/zij bij ‘start’ stil staat.
Zodra de renner punt F passeert wordt de stopwatch ingedrukt en worden de seconden hardop geteld. De renner probeert bij 1 seconde op punt E te zijn, op 2 seconde bij punt D enz. Zodat hij/zij bij 6 seconde bij start stil staat.
Andere (eenparig) vertraagde bewegingen: