Doel van de proef: de leerlingen kennen voorbeelden van het uitoefenen van een moment in de praktijk.
Laat voorbeelden zien van het uitoefenen van een moment om een voorwerp te laten draaien. Oefen bijvoorbeeld met de veerunster een kracht uit op de deurknop (zie foto) of het kantelen van een tafel of stoel. Laat de leerlingen het draaipunt aangeven en de kracht en de arm opmeten. Laat ze het moment berekenen. Is het moment links- of rechtsdraaiend?
Vraag aan de leerlingen meer voorbeelden uit de praktijk en laat ze de grootte van het moment schatten en zo mogelijk opmeten. Er zullen dan ook situaties naar voren komen waarin twee krachten optreden. Zoals bij het omdraaien van een sleutel of het open draaien van een flessendop. De twee momenten mogen dan bij elkaar opgeteld worden.
Voorbeeld: een moment uitoefenen op een deurknop