In woestijnen valt uitermate weinig regen. Overdag loopt de temperatuur hoog op en kan het wel 50 graden worden (en het zand nog flink hoger).Toch leven er wel organismen, al moet je soms goed kijken om ze te kunnen waarnemen.
Elk dier dat in de woestijn woont, heeft zijn eigen manier om er te overleven. Veel dieren in de woestijn zijn ’s nachts actief en rusten overdag. Aangepast gedrag en lichaamsbouw zijn van belang voor de regulatie van de lichaamstemperatuur en daarmee voor het op peil houden van de vochtbalans. Woestijndieren zijn vaak lichtgekleurd, waardoor ze minder opwarmen door de zon.
In woestijngebieden is het aantal diersoorten relatief laag. De dieren die er kunnen overleven zijn qua lichaamsbouw en gedrag aangepast aan de klimatologische omstandigheden.
Leerlingen gaan (klassikaal) aan de slag met het maken van een lijst van de problemen die dieren in de woestijn moeten overwinnen en welke oplossingen (in anatomie/ gedrag) er mogelijk zijn. Vervolgens kiezen kleine groepjes leerlingen een ‘eigen’ woestijndier en beschrijven zij de specifieke aanpassingen die ervoor zorgen dat lichaamstemperatuur en vochtgehalte op peil blijven. Als de resultaten (presentaties) met een cijfer gehonoreerd worden moeten de beoordelingscriteria van tevoren bekend zijn.
Suggesties voor een vervolg
Leeractiviteiten uit het boek ‘Water gewoon bijzonder’
Overig:
Extra informatie
Artikelen uit het boek ‘Water gewoon bijzonder’
• Marijke Domis-Hoos ‘Leven in de woestijn’
Leerling- en docentmateriaal
Het materiaal dat nodig is om de opdrachten uit te kunnen voeren, is in de drie bijlagen te vinden (zie hieronder).
4.4.2-Kenmerken-van-woestijndieren_artikel_info-docent.docx
4.4.3-Soorten-woestijndieren_info-docent.docx
Leswerk
